Nederlands (Nederland) English (United Kingdom)
  • darkblurbg
    Jachtwerf Pampus
    Welcome to Pampus Shipyard
  • darkblurbg
    Jachtwerf Pampus
    Welcome to Pampus Shipyard
  • darkblurbg
    Jachtwerf Pampus
    Welcome to Pampus Shipyard

Inleiding

 

Aan het begin en eind van elk vaarseizoen maakt Jachtwerf Pampus in Amsterdam druk gebruik van opmerkelijk smal- en breedspoor. Er zijn twee draaischijven en twee spoorbreedtes. De schepen worden vervoerd met vier wagens van drie verschillende types.

 

 

                                         

Amsterdam, 31-08-2010, foto Martin van OostromIMG_0332 →

 

 

Ligging

 

Aan de Oostzijde van de Nieuwe Diep tussen de Zeeburgerbrug en de Nesciobrug (voor voetgangers en fietsers) liggen onder andere de jachthavens ’t Einde en De Kampioen en jachtwerven De Vioolsleutel en Pampus aan de Buitenkerkerweg. Het gebied is een landtong tussen de Diemerzeedijk, Nieuwe Diep en het Amsterdam-Rijnkanaal. De Buitenkerkerweg is een doodlopende zijweg van de Diemerzeedijk naar het Amsterdam-Rijnkanaal, eindigend bij deze werven.  

 

 

De noordelijke oprit van de Nesciobrug (voor voetgangers en fietsers) loopt sinds 2006 ten zuiden van de jachtwerf dwars over de beide stallingterreinen, zodat er altijd een goed zicht op het terrein en de sporen is.

Jachtwerf Pampus doet aan scheepsrenovatie en –herstel en biedt zomer- en winterstalling.

Om de schepen op het droge te krijgen beschikt de jachtwerf over twee scheepshellingen met spoor. De reden hiervoor is dat de ondergrond te zacht en te drassig is om een geasfalteerde helling aan te leggen, en het spoor al jarenlang goed op de plek blijft liggen. Zolang als dit zo goed blijft liggen, zolang zal er niets worden opgebroken. De grootste bedrijvigheid met het spoor is in het voor- en najaar als de schepen uit en in de berging gaan.

 

 

Spoorwijdte

 

De spoorwijdtes heb ik steekproefsgewijs opgemeten en zoals bij dit soort bedrijfssporen gebruikelijk varieert de spoorwijdte enigszins. Het 700 mm spoor haalt slechts op een enkel punt de 700 mm, en varieert vooral tussen 670 en 690 mm. De modale spoorwijdte is 690 mm. Het breedspoor heeft een spoorwijdte 1.600 mm.

 

Oostelijke helling

 

Op de oostelijke scheepshelling lijken ogenschijnlijk twee parallelle smalsporen van 400 mm met een tussenruimte van 700 mm te liggen. Maar schijn bedriegt, want feitelijk is het een 1.600 mm breedspoor, waarbinnen een smalspoor met een spoorwijdte van 700 mm ligt.

In een schuurtje (zie pijl en zie ook hieronder) naast de helling staat een elektrische lier voor de staalkabel die via een katrol in het midden van het spoor naar een hoger op de helling gelegen katrol in midden van het oostelijk van de beide sporen wordt geleid en dan naar de lorrie. Hierdoor kan de lorrie tot bovenaan de helling omhoog worden gelierd. Meestal wordt gebruik gemaakt van de elektrisch aangedreven lier, maar soms wordt ook de tractor ingezet om aan de staaldraad te trekken.

 

←Amsterdam, 31-08-2010, foto

Martin van Oostrom     IMG_0320

←↓   Een elektrische aangedreven lier bedient de staaldraad die via twee katrollen met de lorrie wordt verbonden.

Amsterdam, 31-08-2010.

Martin van Oostrom     IMG_0324 en IMG_0326

 

Een overzicht van de oostelijke helling, Amsterdam, 19-06-2010, foto Martin van Oostrom     P6190236→

 

Op 19-06-2010 zijn de sporen tijdelijk met onkruid overwoekerd. Op de achtergrond bij het water staat een breedspoorlorrie. Als die verder naar de voorgrond getrokken wordt, passeert de lorrie een houten overweg over de sporen. Als de breedspoorlorrie uit het water is dan kan deze dwars op het spoor worden verplaatst met behulp van een tweede stel wielen die dwars op het spoor staan. Met een dommekracht wordt de wagen uit het spoor getild, waarna er twee U-balken onder de dwarswielen worden geschoven. Op de foto liggen twee (met zwarte pijlen aangegeven) van zulke U-balken voor de romney-loods. De U-balken zijn uiteraard te verplaatsen, zodat een schip op elke plek naast het breedspoor kan worden neergezet. Het breedspoor loopt door tot vlak voor de smalspoor draaischijf op de voorgrond.

 

Op de draaischijf op de voorgrond staat een smalspoor lorrie.

De tractor staat naast de sporen.

 

Aan het einde van de helling loopt het spoor ongeveer vijftien meter horizontaal en sluit dan aan op een draaischijf. De draaischijf heeft een spoorwijdte van 700 mm en sluit aan op 700 mm smalspoor. Via deze draaischijf kan de lorrie twee kanten op. Met negentig graden draaien kan het haaks op de hellingsporen liggende eerste spoor richting stallingterrein worden bereikt. Met vijfenveertig graden komen we na tweeënhalf meter bij een tweede draaischijf. Als daar vijfenveertig graden wordt gedraaid, dan wordt het tweede spoor naar het stallingterrein bereikt. Gaan we bij de tweede schijf rechtsdoor dan wordt via een boog het derde spoor op het tweede stallingterrein bereikt.

 

←Amsterdam, 15-04-2007

Martin van Oostrom    119-1987

 

 

 

 

← Twee van de drie sporen van de winterberging staan nog vol in afwachting van het nieuwe seizoen. Amsterdam, 15-04-2007, foto Martin van Oostrom, 119-1992

 

Vanaf de in 2006 in gebruik genomen Nesciobrug voor voetgangers en fietsers zijn de sporen goed te zien.

In de zomer wordt het stuk spoor tussen de tweede draaischijf en het derde spoor (zie de witte pijl) tijdelijk aan de kant gelegd, zodat men onbelemmerd het spoor kan passeren.

Op andere plekken waar vaak te voet het spoor moet worden gepasseerd zijn houten overwegen aanwezig.

 

 

 

 

In de zomer – op 31-08-2010 – zijn alle sporen van de winterberging vrijwel leeg. Het stuk spoor tussen de tweede draaischijf en het derde spoor is aan de kant gelegd. De rest van het derde spoor is tijdelijk overwoekerd met onkruid.

 

 

← Amsterdam, 31-08-2010, foto Martin van Oostrom     IMG-0319

 

Westelijke helling

 

 

Op de westelijke scheepshelling ligt een spoor met een spoorwijdte van 700 mm. Na de helling loopt dit spoor nog bijna vijfentwintig meter horizontaal door tot aan het hek. Hier is geen lier aanwezig maar wel een katrol. Het lieren geschiedt met behulp van de trekker. Op de achtergrond de brug in de A10 over de Nieuwe Diep.

 

 

 

← Westelijke helling met de smalspoorlorrie voor 700 mm met dwarsassen voor breedspoor. Of beter gezegd dwarsasjes, want ze lopen niet door. Er is op deze helling één katrol, die nog net onder de lorrie zichtbaar is.

Amsterdam, 31-08-2010, foto Martin van Oostrom     IMG_0346

 

Rollend materieel

 

 

Er is een Atlas-bouwmachine type 1302 in gebruik om kleine boten te heffen en een tractor om te slepen en te lieren. Grote boten worden met dommekrachtwagentjes geheven.

De werf beschikt verder over vier lorries, drie voor 700 mm spoor en één voor 1.600 mm spoor. Twee van de lorries, een voor 700 mm en een voor 1.600 mm spoorbreedte zijn voorzien van wielassen dwars op de rijrichting.

Er zijn dus drie verschillende types aanwezig. De smalspoorlorrie met dwarsassen is al bij de westelijke helling geïllustreerd.

 

←De breedspoorlorrie met dwarsassen is buiten het spoor geplaatst. Er zijn geen doorlopende assen en alle wielen hebben dubbele flenzen. Op de achtergrond staat de Atlas 1302-bouwmachine. Amsterdam, 31-08-2010, foto Martin van Oostrom     IMG_0330

 

 

 

De twee andere lorrie zijn identiek en hebben alleen assen voor 700 mm.

 

← Een van beide smalspoorlorries op de eerste draaischijf met op de achtergrond de eerste twee stallingsporen. Die zijn vrijwel leeg, want het is 31-08-2010, dus de meeste boten liggen in het water. Naast een spoorstaaf van de draaischijf en naast een spoorstaaf van het korte stukje rail naar de tweede draaischijf bevindt zich een U vormige houder voor een pen. Door een pen in beide houders te leggen ligt de draaischijf gefixeerd.

De smalspoorlorries hebben – in tegenstelling tot de breedspoorlorrie – doorlopende assen. Amsterdam, 31-08-2010, foto Martin van Oostrom     IMG_0333

 

 

 

 

 

 

 

← De tweede smalspoorlorrie zonder dwarsassen voor extra breedspoor werd gevonden op aanwijzing van de werf, omdat deze lorrie onder een boot achteraan op het tweede stallingspoor stond. Planken voorkomen het wegrollen van de lorrie.

 Amsterdam, 31-08-2010, foto Martin van Oostrom     IMG_0354

 

 

 

Werkwijze

De betreffende lorrie wordt op een van beide hellingen aan de staaldraad te water gelaten en het schip wordt boven de lorrie gevaren. Vervolgens wordt de lorrie met schip de helling opgelierd. Op de westelijke helling kan dit alleen met de tractor. Op de westelijke helling kan met de smalspoorlorrie met dwarsassen de boten naast de helling worden geplaatst.

Op de oostelijke helling wordt de lorrie met schip meestal het water uit getrokken met behulp van de elektrisch aangedreven lier, via twee katrollen. Incidenteel wordt hiervoor de tractor gebruikt. Op de oostelijke scheepshelling wordt gebruik gemaakt van een 700 mm lorrie zonder dwarsassen of van de 1.600 mm lorrie met dwarsassen. De breedspoorlorrie wordt gebruikt om boten naast het hellingsporen te plaatsen. Aan weerszijden van beide hellingen worden de schepen gerepareerd of gerenoveerd. Met de smalspoorlorrie kan via de draaischijven de zomer- en winterberging worden bereikt.

Als de lorrie met schip op het droge staat, zijn er verschillende mogelijkheden afhankelijk van het type lorrie. Voor het plaatsen van schepen naast een van beide hellingen worden U-balken dwars op spoor geplaatst.  Met een dommekracht wordt de lorrie uit het spoor opgetild en vervolgens worden de U-balken onder de dwarsbalken geschoven. De lorrie wordt met de hand dwars uit het spoor geduwd en rijdt over de U-balken naar de plek. De Atlas 1302 bouwmachine tilt kleine boten van de lorrie. Grotere boten worden met dommekrachten opgetild. Hierna wordt de boot opgebokt. Hiervoor zijn stalen bokken aanwezig, maar ook de constructie van een houten balk op twee biervaten voor en achter onder het schip komt veel voor. Na het opbokken kan de lorrie naar het hellingspoor worden teruggeduwd.

Het plaatsen van schepen boven een van de drie sporen op de stallingterreinen gaat eenvoudiger. De lorrie wordt naar de juiste plek op het betreffende spoor gereden. Dan wordt het schip van de wagen getild met dommekrachten of de Atlas en worden de bokken onder het schip geplaatst. Tenslotte wordt de lorrie onder het schip weggereden.

Opmerkingen:    -

Het gebruik van rechte stukken spoor voor “hellingwagens” op scheepshellingen is bekend en is niet spectaculair. Het spoor van Jachtwerf Pampus is bijzonder vanwege de draaischijven en de twee spoorbreedtes. Voor zover bekend, komt dit elders niet voor.

-

Henk Sluijters meldt dat ook de watersportvereniging in Doetinchem een lorrie met dwarswielen heeft en wel voor het rijden over bestrating. De status is nu monument annex picknicktafel.

-

Tegen het hek staat nog een puntstuk, maar volgens de eigenaren is er nooit sprake van een wissel geweest. Het puntstuk, Amsterdam, 31-08-2010, foto Martin van Oostrom  IMG_0342               

-

De beeldbank van het stadsarchief Amsterdam bevat foto’s van Jachtwerf Pampus uit 2001, dus van voor de bouw van de Nesciobrug. Daarbij is een luchtfoto. Het smalspoor zag er toen grotendeels hetzelfde uit als anno 2010: een tractor, smalspoor op beide hellingen, daarnaast breedspoor  op de oostelijke helling en twee draaischijven. Het tweede opstelterrein was er nog niet; op het eerste opstelterrein lijken – op een andere foto – drie sporen te liggen.

-

Over de Jachtwerf Pampus is een artikel verschenen in het tijdschrift Smalspoor, nr. 90 (april 2011).

 

Met dank aan:

de heer M. Visser van Jachtwerf Pampus